Het gebruik van elektronische sigaretten is de laatste tijd fors toegenomen. De vragen over het gebruik ervan op de werkvloer zijn legio.

Wat bepaalt de wet?

De wet van 22 december 2009 betreffende 'de algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook', bepaalt in artikel 3 dat het verboden is te roken in gesloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn.

Artikel 2 definieert het begrip “roken” als volgt: “het roken van tabak, producten op basis van tabak of van soortgelijke producten”.

De elektronische sigaret wordt duidelijk beschouwd als een gelijkaardig product en in dit opzicht is het gebruik ervan verboden op gesloten openbare plaatsen.

Werkplaats:

Hoofdstuk 4 van de wet van 22 december 2009, getiteld “rookvrije werkplaats”, voegt eraan toe dat elk element dat tot roken kan aanzetten of dat laat uitschijnen dat roken toegestaan is, verboden is in de werkruimten.

Bijgevolg is een elektronische sigaret ontegenzeglijk een element dat aanzet tot roken, wat maakt dat de invoering ervan op de werkplaats verboden is.