Recht op vorming

Aan de werklieden wordt betaald verlof verleend, dienende ter voorbereiding van het examen van beroepscursussen, onder de volgende voorwaarden :

  -

de duur van het betaald verlof beloopt minimum drie en maximum zes kalenderdagen : objectieve criteria zullen paritair op het vlak van de onderneming worden vastgesteld ter bepaling van de duur van het desbetreffend verlof, op grond van de moeilijkheden van het af te leggen examen;

  -

het dient om een beroepsvervolmaking te gaan die verband houdt met de bedrijvigheid van de onderneming;

  -

de toekenning van dit voordeel is ondergeschikt aan het slagen in het examen;

  -

het werklied moet in dienst van dezelfde werkgever blijven één jaar na het examen;

  -

het bijwonen van de cursussen en, in de mate van het mogelijke, de toekenning van het verlof, mogen noch het werk in ploegen, noch de gewone of overwerken in het gedrang brengen.

Indien een dagwerkman reeds een beroepscursus is begonnen, zal men vermijden hem in shift te plaatsen om de voortzetting van deze cursus niet te onderbreken.

De werklieden die van het betaald educatief verlof genieten, kunnen dit niet cumuleren met de voordelen voorzien in dit artikel.

Ondernemingen geven jaarlijks het niveau van opleidingsinspanningen (de totaliteit van alle interne en externe initiatieven) aan; deze informatie wordt verstrekt aan de OR (bij ontstentenis de SA) op basis van de sociale balans.

In uitvoering van artikel 12,1° en 13 §1 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, n artikel 12,1 °, wordt voorzien op het ondernemingsniveau in een opleidingsinspanning van vier dagen gemiddeld per jaar (berekend per voltijds equivalent).