Klein Verlet

Voor bepaalde omstandigheden in je privéleven (familiale gebeurtenissen – overlijden, huwelijk, geboorte – of burgerlijke verplichtingen) heb je het recht om afwezig te zijn van het werk met behoud van loon. Voor de volledige lijst: je afgevaardigde of je plaatselijke afdeling.

  • Huwelijk van de werknemer: drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week.

  • Huwelijk van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer: de dag van het huwelijk.

  • Geboorte van een kind van de werknemer volgens de bepalingen van artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978: 20 dagen, te kiezen door de werknemer binnen de vier maanden vanaf de bevallingsdatum, waarvan de eerste 3 dagen met behoud van het normaal loon ten laste van de werkgever en de volgende dagen met een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Voor het overige verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd door bovenvermelde wet.

  • Overlijden van

    A. de echtgenoot, echtgenote, samenwonende partner, kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, pleegkind in het kader van de langdurige pleegzorg;

    B. de inwonende (schoon)vader, (schoon)moeder, stiefvader of stiefmoeder van de werknemer of zijn echtgenote of samenwonende partner;

    C. de inwonende (schoon)broer, (schoon)zuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder, kleinkind, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter.

    3 dagen, door de werknemer te kiezen binnen een periode van 12 dagen die begint met de dag van het overlijden. De overige 7 dagen kan de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden. Er kan van beide periodes worden afgeweken op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

  • Overlijden van de niet-inwonende vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner: drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.
  • Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

  • Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.Met kortdurende pleegzorg wordt bedoeld alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

  • Plechtige communie of deelname aan het feest van de vrijzinnige jeugd van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot(ote) (of van de wettelijk samenwonende)(*) : de dag van de gebeurtenis, indien die samenvalt met een inactiviteitsdag een dag in de week van de gebeurtenis of in de hierop volgende week.