Eindejaarspremie (aanvulling dubbel vakantiegeld)
Alle arbeiders die op 30 juni in dienst zijn van een kleding- of confectiebedrijf hebben recht op de aanvullende vergoeding. Wie tussen 1 juli van het vorige jaar en 30 juni van het lopende jaar ontslag heeft genomen of ontslagen werd (uitgezonderd wegens dringende reden) heeft eveneens recht. De werknemer moet wel minimum 3 maanden in dienst zijn geweest.
Om de vergoeding te berekenen, neem je je loon voor de gewerkte dagen tussen 1 juli van het vorige jaar en 30 juni van het lopende jaar. Tel daarbij je loon van 3,33 dagen per begonnen maand dienst. Als je het ganse jaar (tussen 1 juli vorig jaar en 30 juni dit jaar) gewerkt hebt, komt dit laatste neer op 40 dagen loon. Bereken van je uitkomst 6,5% en je bekomt het bruto bedrag van de aanvullende vergoeding.
Op een gedeelte van de aanvullende vergoeding (23%) wordt RSZ afgehouden. Het volledige bedrag is wel onderworpen aan bedrijfsvoorheffing (belastingen). Deze hangt af van wat je jaarlijks bruto verdient.
De werkgever moet de aanvullende vergoeding ten laatste betalen met de eerste loonsuitkering na 15 augustus van het lopende jaar. Als je ontslagen wordt of zelf ontslag hebt genomen, moet je de aanvullende vergoeding samen met je laatste loonafrekening ontvangen.
Vanaf 1 januari 2024 wordt de periode van moederschapsrust gelijkgesteld voor de berekening van de aanvulling bij het dubbel vakantiegeld.