Arbeidsduur arbeiders
Wekelijkse arbeidsduur
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 37 uren (gemiddeld over 1 jaar)
Waardentransport
Grenzen :
- per dag: maximum 11 uren effectieve prestaties
- een 1/2 uur betaalde rust per 4 uren effectieve prestaties
Overloon :
- na 9 uren effectieve prestaties per dag
- na 42 uren per week
Statische bewaking
Grenzen:
Per dag:
- maximum 12 uur
- een rustperiode van 12 uur wordt toegekend tussen twee volledige arbeidsprestaties
Per week:
- maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen of 48 uren.
- een minimale rustperiode van 36 uren moet gerespecteerd worden na een prestatieperiode van 48 uren of 6 ononder- broken dagen; een minimale rustperiode van 48 uur moet worden gerespecteerd, na een prestatieperiode van 48 uren verspreid over 6 ononderbroken dagen.
Per maand:
- er wordt een minimummaandloon gewaarborgd dat gelijk is aan het aantal contractuele dagen en uren voor iedere maand (vastgelegd bij CAO - zie tabel contractuele uren)
- de planning kan schommelen tussen het contractueel aantal uren min 15 enerzijds en 175 uur anderzijds (als het aantal contractuele uren hoger is dan 160, kan het minimum op 145 gebracht worden)
- prestaties boven de 175 uur zijn enkel mogelijk op vrijwillige basis - men kan echter (jaarlijks gemiddeld per maand) niet meer dan 180 uren presteren.
- de uren gepresteerd boven de 180 uur worden beschouwd als overuren.
Per jaar :
Max. 1924 uren
Overloon – Recuperatie :
- Per dag: boven de 12 uren: 50 % overloon
- Per week: boven de 48 uur : 50% overloon
- Per maand: meer dan 180 uur: 100 % recuperatie + 50% overloon
- Per jaar: meer dan 1924 uur: 50% overloon + 100% recuperatie voor de uren die nog niet werden betaald op het einde van de referteperiode (1 januari tot 31 december).
De overlonen op dag en weekbasis zijn cumuleerbaar. Deze regel geldt niet voor de cumul van de week-, de maand- en de jaargrens.
Het positieve saldo (de uren boven de 180 uren per maand) mag tijdens de referteperiode op geen enkel ogenblik groter zijn dan 65 uren. Zodra deze grens is bereikt, moet er inhaalrust zijn. Bij overname van een werf moeten de positieve uren en overuren uitbetaald worden bij de overgang.
In het geval dat de werkgever niet in staat was aan de arbeider het minimum aantal contractuele uren te geven, ontstaat een negatief saldo dat de 30 uren niet mag overschrijden. Op het einde van de referteperiode moet elk negatief saldo worden aangezuiverd of blijft het verworven voor de arbeider.
Verwittig in ieder geval de vakbondsafvaardiging indien je geen minimum planning hebt gekregen. De ondernemingsraad of de beperkte vakbondsafvaardiging oefent immers toezicht uit over de correcte naleving van deze bepalingen. Er kunnen eventuele correcties worden aangebracht.
Militaire basissen
Grenzen:
Per dag:
- maximum 12 uren
- een rusttijd van 12 uren wordt toegekend tussen twee volledige prestaties
Per week:
- maximum 48 uren
- maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen of 48 uren
- een minimale rustperiode van 36 uren moet gerespecteerd worden na een prestatieperiode van 48 uren of 6 ononder- broken dagen; een minimale rustperiode van 48 uur moet worden gerespecteerd, na een prestatieperiode van 48 uren verspreid over 6 ononderbroken dagen.
Per maand:
- Maximum 180 uur
- Er kan geen negatief saldo worden overgedragen naar de volgende maand.
Overloon – Recuperatie
- Per dag: boven de 12 uren: 50% overloon
- Per week: boven de 48 uren: 50% overloon
- Per maand: boven de 180 uren: 100% recuperatie + 50% overloon
- Het overloon op dag- en week-basis is cumuleerbaar.
Rustpauze op het terrein en recuperatie van de saldo’s
- De rustpauze op het terrein bedraagt 12,5% van de aanwezigheidsuren.
- Van alle aanwezigheidsuren op maandbasis zal 6,25% omgezet worden in betaalde compensatierust, op te nemen vanaf de volgende maand.
- De werkgever zal de afrekening van zijn overuren en compensatie bezorgen samen met zijn loonfiche.
- Voor zover de werkgever deze afrekening aan de arbeider bezorgt ten laatste op de 15de van de maand, dient deze laatste zijn schriftelijke aanvraag om deze uren te recupereren te doen ten laatste de 20ste van dezelfde maand, voor de maand die er op volgt.
- In het geval de werkgever de afrekening niet tijdig bezorgt, staat het de arbeider vrij zelf zijn recuperatieperiode te bepalen.
- In het geval het saldo ‘compensatieverlof’ de 65 uren overschrijdt, kan de werkgever éénzijdig het compensatieverlof opleggen voor het gedeelte boven de 65 uur.