Klein verlet
Je hebt recht op verlofdagen voor een aantal speciale gebeurtenissen. Dat heet 'klein verlet'. Hieronder vind je wanneer en hoe lang je klein verlet kunt krijgen.
Vooraf drie verduidelijkingen:
Wettelijke samenwonenden, wat betekent dat?
Het gaat over twee mensen die samenleven en die dat schriftelijk hebben vastgelegd bij de schepen van de burgerlijke stand. De wettelijk samenwonende wordt gelijkgesteld met de echtgenoot of echtgenote.
Slaat klein verlet ook op gebeurtenissen in de familie van de echtgenoot?
Jazeker, we spreken over gelijkstellingen.
Als het hieronder over kinderen gaat, zijn dat de eigen wettelijke kinderen, maar ook aangenomen, natuurlijke of erkende kinderen.
Als het hieronder over nauwe familieverwanten gaat, zijn dat ook de nauwe familieverwanten van de echtgenoot of van de wettelijke samenwonende.
Klein verlet voor deeltijdse werknemers, kan dat ook?
Jazeker, ook als deeltijdse werknemer heb je recht op klein verlet voor de dagen die samenvallen met jouw normale werkdagen.
Is de onderstaande lijst helemaal volledig?
Neen. Vaak zijn er betere regelingen afgesproken in de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) van jouw sector of jouw bedrijf. Daar moet je naar informeren.
Reden van het klein verlet | Hoeveel dagen klein verlet |
Huwelijk van de werknemer. | Twee dagen binnen de week, of tijdens de volgende week. |
Huwelijk van een kind. Huwelijk van een broer, een zuster, een schoonbroer, een schoonzuster, van de vader, de moeder, de schoonvader, de stiefvader, van de schoonmoeder, de stiefmoeder. |
De dag van het huwelijk. |
Geboorte van een kind. De vader krijgt klein verlet. | Tien dagen binnen de 4 maanden na de bevalling. |
Overlijden van de echtgenoot (of van de wettelijk samenwonende). Overlijden van een kind. |
Recht op 10 dagen rouwverlof De eerste drie dagen tussen het overlijden en de begrafenis. De overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden. |
Overlijden van de vader, de moeder, de schoonvader, de stiefvader, de schoonmoeder of de stiefmoeder. |
Drie dagen tussen het overlijden en de begrafenis. |
Overlijden van naaste familie: broer, zus, schoonbroer, schoonzuster, grootouders en overgrootouders, kleinkinderen, achterkleinkinderen, schoonzoon, schoondochter. | Twee dagen als de overledene bij de werknemer inwoont. Te nemen tussen het overlijden en de begrafenis. De dag van de begrafenis als de overledene niet bij de werknemer inwoont. |
Feest van de vrijzinnige jeugd of plechtige communie van een kind De dag van de gebeurtenis. | Als dat een zondag of feestdag is, krijg je de werkdag net daarvoor of net daarna. |
Deelname aan een vergadering van een familieraad die door de vrederechter werd bijeengeroepen. | De nodige tijd, ten hoogste één dag. |
Gerechtelijke oproepen: als jurylid of getuige, of om te verschijnen voor de arbeidsrechtbank. | De nodige tijd, ten hoogste vijf dagen. |
Oproep als bijzitter in een stembureau bij verkiezingen. | De nodige tijd. |
Oproep als bijzitter in een hoofdstembureau bij de Europese verkiezingen of in een telbureau voor andere verkiezingen. | De nodige tijd, ten hoogste vijf dagen. |