Verplaatsingskosten

De sociale gesprekspartners van het PC 100 hebben nog geen specifieke sectorale cao gesloten voor de verplaatsingskosten. Het is dus de cao nr. 19 octies van de NAR die de vergoeding voor de verplaatsingskosten in de sector regelt.

Trein

De werkgever is verplicht om een gedeelte van de prijs van je treinkaart terug te betalen. Het bedrag van de werkgeverstussenkomst wordt om de twee jaar forfaitair vastgelegd, afhankelijk van het vervoertitel en van de afgelegde afstand.

Andere gemeenschappelijk openbaar vervoer

De tussenkomst van de werkgever is verplicht wanneer de afgelegde weg gelijk is of langer dan 5 kilometer vanaf de vertrekplaats.

Er dient evenwel een onderscheid te worden gemaakt:

  • Wanneer de prijs van het vervoer evenredig is aan de afstand is de werkgeversbijdrage voorzien voor de trein begrensd tot 75% van de reële prijs van het vervoer;
  • Wanneer de prijs van het vervoer bepaald wordt ongeacht de afstand wordt een tussenkomst van 71,8% van de reële vervoerprijs toegepast, begrensd tot de tussenkomst voorzien voor de trein voor een afstand tot 7 kilometer.

De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten wordt maandelijks betaald, voor de werknemer met een maandabonnement of bij de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week.

De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 5 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar het werk te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mee te delen.

Privévervoer

De tussenkomst van de werkgever voor eigen vervoer is niet verplicht. Dergelijke tussenkomst kan evenwel worden geregeld op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau. De sectoren en ondernemingen kunnen bijzondere voorwaarden voorzien voor de terugbetaling van de kosten van privévervoer (zoals bijvoorbeeld een percentage van de werkgeverstussenkomst dat hoger is dan de wettelijke tussenkomst in de prijs van de treinkaart,…).

Fietsvergoeding

Fietsvergoeding voor woon-werkverkeer van € 0,27/effectief afgelegde km, met een max. van € 8/arbeidsdag (max. 40 km heen en terug) aan de regelmatige gebruiker van een fiets vanaf 1 januari 2024.

De modaliteiten zijn te bepalen op ondernemingsvlak en de vergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor openbaar vervoer.