Vergoeding in geval van langdurige ziekte

Bij langdurige ziekte heb je recht op een aanvullende vergoeding. Na de periode van gewaarborgd loon ontvang je een uitkering van de mutualiteit: dit is in principe 60 % van het geplafonneerd loon.

Vanaf de tweede maand ziekte betaalt het fonds een vergoeding die gelijk is aan 40 % van de bruto-tussenkomst van de mutualiteit. De duurtijd van vergoeding is gekoppeld aan de anciënniteit in de sector:

  • maximaal zes maanden voor werknemers die minstens zes maanden (156 dagen) hebben gewerkt vóór het begin van de ziekte;
  • maximaal 12 maanden voor werknemers die minstens 12 maanden (288 dagen) hebben gewerkt vóór het begin van de ziekte.

Wanneer een werknemer die zes of 12 maanden heeft opgebruikt (bv. door herhaaldelijke ziekte), moet hij die anciënniteit opnieuw verwerven om recht te hebben op een nieuwe aanvullende vergoedingsperiode.